Ik ben dol op lijstjes! Boodschappenlijstjes, to-do, to-buy, to-read, to-eat lijstjes en ga zo maar door. Het voldane gevoel van een vinkje zetten en alles ook nog eens op tijd af te hebben. Dat is waar ik het voor doe. Nederlanders en dan met name de politici houden ook van lijstjes, maar dan andere.
Zo zijn er verschillende lijsten die aangeven hoe ons kleine kikkerlandje er financieel voor staat. Zo staan we nog altijd hoog in de lijst van landen BNP per hoofd met onze ruim $50.000 per jaar. Behoorlijk indrukwekkend. Wel zijn we wat gedaald door de groei van landen als Katar en de Verenigde Arabische Emiraten. Het is maar de vraag of we onze positie in de top 10 kunnen behouden (of zijn we die al kwijt? De meningen zijn verdeeld).
Om onze eer hoog te houden kijken we liever naar lijsten die aangeven hoe goed we het hebben, want geld is natuurlijk ook maar relatief. Waar wij als Nederlanders vooral graag naar verwijzen is onze derde plaats in de Human Development Index. Dit geeft de mate van ontwikkeling aan op basis van onderwijs, levensverwachting en Bruto Nationaal Inkomen. Kort gezegd: Nederland is een paradijs om te wonen.
Laten we ook vooral niet het onderwijs vergeten. Elk jaar weer wordt op verschillende manieren onderzocht hoe universiteiten presteren en het lijkt erop dat Nederland steeds verder stijgt. Volgens de QS World Top worden de wereldmachten VS en Groot-Brittanniƫ opgevolgd door ons. Zeker een prestatie waar de trots op mogen zijn.
Ondertussen werk ik mijn lijstje van studiegerelateerde zaken af. Mijn oog valt op het kopje North-South Relations, een vak over de relatie tussen ontwikkelingslanden en onszelf, het rijke Westen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen en waarom gaan er nog steeds mensen dood aan ziektes waar een simpel medicijn de oplossing kan zijn? Waarom zijn er nog steeds zulke hoge landbouwsubsidies vanuit de Europese Unie waardoor concurrentie onmogelijk is voor Afrikaanse boeren?
Voor mij als Nederlandse student aan een topuniversiteit blijft het een raadsel en het lijkt erop alsof niemand mij van antwoorden kan voorzien. Aangezien er maar twee landen zijn die jongeren beter kunnen onderwijzen dan wij, moeten we maar hopen dat onze overzeese Westerburen met oplossingen voor deze problemen komen.