Een verhaal over Abid Jašar

“Zo moeilijk kan het toch niet zijn”, dacht ik nog. “Ik loop wel vanaf het busstation.” Ongeveer anderhalf uur later kom ik verhit en vermoeid aan bij het Tunnel of Hope museum. Ik loop naar iets wat lijkt op de ingang. “Hello, you come for tunnel museum? I am sorry, it is closed.” Wat? Ik had speciaal die ochtend nog gebeld om te vragen of ze open waren, het is namelijk nationale feestdag. Net op het moment dat niet meer weet hoe ik moet reageren zegt de beste man: “I make joke, I like humor.”

Tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina van ’92-’95 was Sarajevo omsingeld door het Servische leger. De tunnel die toen gegraven is verbond de stad met de rest van het land. Het museum zelf valt een beetje tegen. Er wordt een film gedraaid zonder begeleidende tekst of geluid en de informatie die bij de attributen hoort is alleen in het Bosnisch beschikbaar. Zonder gids kun je niet veel meer dan 25 meter door de tunnel lopen.

De man die mij in de maling nam heet Abid Jašar. Hij blijkt een echte tunnelveteraan te zijn die nu een souvenirwinkeltje heeft naast het museum. Hij biedt me een soort Bosnische cake aan. Eigenlijk wil ik dat niet, want dan voel ik me verplicht wat te kopen. Maar hij dringt aan en ik pak een stukje. “Look, here is film about tunnel, you watch.” Volgens Abid bekijken mensen wereldwijd deze documentaire, maar is hij in Bosnië-Herzegovina verboden. Er zitten wat politiek gevoelige elementen in. Abid was verantwoordelijk voor de aanlevering van het tunnelmateriaal wat uit het vrije Bosnische gebied kwam. “I drive truck and Serbian army is shooting me. It was very dangerous. I am lucky.”

Ik vind het een sympathieke man. Sinds twee jaar leert hij Engels om met de toeristen te kunnen praten. Heel wat voor iemand van zijn leeftijd. Naast dat hij een souvenirwinkel heeft is hij ook taxichauffeur, verhuurt hij zijn achtertuin als parkeerplaats en organiseert hij tours door de bergen. Ondernemend is hij zeker.

Maandagmorgen besluit ik hem te bellen. Een paar dagen daarvoor had ik al een bezoek gebracht aan de verlaten bobsleebaan en ik wil wel graag meer Olympische relikwieën zien. We gaan op pad. Abid en ik. Al bij het verlaten van de parkeerplaats rijdt hij met zijn ratelende Duits bolide bijna een andere auto aan. “Yes, I am crazy driver.” De 120 kilo wegende man buldert van het lachen. Desondanks voel ik me toch veilig.

We stoppen op verschillende plekken. “Look, here was frontline. There was Serbian army, here was Bosnian army.” Het zegt me niet zoveel, het zijn nu gewoon bergen. Abid laat me verschillende begraafplaatsen zien. Op sommige plekken zijn ook familieleden van hem begraven. We komen langs twee verouderde skischansen. Ooit was het hier een feestelijke dag en werden er medailles uitgedeeld. Nu is het een trieste bedoeling. “Now I bring you to my hotel. How many nights you want?” Ik heb geen idee waar hij het over heeft en moet bekennen dat ik even bang word dat ik ontvoerd ben. Deze oude man is namelijk ook een echte Bosnische flirt. Ik doe net alsof ik niet in paniek raak en schud hem de hand. Het hotel waar hij me naartoe brengt is Hotel Igman. Ook gebouwd voor de Olympische Spelen, maar tijdens de oorlog volledig verwoest. Nooit heeft iemand het initiatief genomen het te restaureren.

Abid is ook een erg simpele man. “Meat is meat and beer is beer.” En zo gebeurde het dat ik aan het einde van de rondleiding in een shabby wegrestaurant een kilo koud lamsvlees zat te eten. Goor was het woord wat bij me opkwam en ik bedacht me dat dit zo’n moment was waar Jelle Brandt Corstius vaak over schrijft als het over Rusland gaat. In een van zijn boeken geeft hij ook tips hoe je zulk eten het beste weg kunt krijgen. Had ik het maar onthouden. De rakija was wel lekker, ik spoelde de smaak van het vlees er zo goed mogelijk mee weg. En op dat moment, wanneer ik elk klein stukje koud lam probeer binnen te houden zegt Abid: “You know, everything is politics.” Hij heeft nog gelijk ook.

We rijden naar huis. “Now I go this road, and we are in federation again. Now I am happy, because here the police is my friend.” Hij zegt het het een lach, maar volgens mij is hij bloedserieus.

Life is cigarets, rakija and sex. And sleep”, aldus Abid. Bosnië-Herzegovina in een notendop.


In oktober 2014 verbleef ik twee weken in Bosnië-Herzegovina voor het Beyond Your World programma van LokaalMondiaal. Ik heb daar vooral geschreven over de algemene verkiezingen die toen plaatsvonden, maar ik deel graag ook andere mooie momenten met jullie. 

Geef een antwoord